
Privacy van de werknemer en waarheidsvinding binnen het arbeidsrecht: met elkaar op gespannen voet?
Wanneer een werkgever vermoedt dat een werknemer zich schuldig maakt aan onrechtmatig handelen door bijvoorbeeld te frauderen of diefstal te plegen, zal hij hiernaar onderzoek willen doen. Een bevestigende uitkomst van het onderzoek kan vervolgens voor de werkgever reden zijn om de arbeidsovereenkomst – al dan niet op staande voet – te beëindigen. In een eventuele procedure is het aan de rechter om te beoordelen of de onderzoeksmethode waarmee het bewijs is verkregen zorgvuldig is geweest en of daarmee het bewijs rechtmatig is verkregen. Maar wat als dit bewijs onrechtmatig is verkregen? Prevaleert de privacy van de werknemer boven waarheidsvinding ook al is er sprake van onrechtmatig verkregen bewijs? En zijn er dan consequenties voor de werkgever? Zo ja, welke?
Lees meer