Een kraanmachinist komt voor de derde keer niet opdagen op zijn werk, met als reden dat hij wederom in hechtenis zit. Zijn werkgever ontslaat hem op basis daarvan op staande voet. De kantonrechter Rotterdam oordeelt echter dat er geen sprake is van een dringende reden.

Feiten
Werknemer werkt als kraanmachinist. Werknemer is gedurende zijn dienstverband tweemaal een periode afwezig geweest met als reden dat hij in hechtenis zat. Werkgever heeft werknemer daarop aangesproken op grond van ongeoorloofde afwezigheid en onacceptabel gedrag. Tevens geeft werkgever hem een laatste waarschuwing, inhoudende dat indien de werknemer weer ongeoorloofd afwezig is of anderszins onacceptabel gedrag vertoont, ontbinding van de arbeidsovereenkomst zal volgen.

Medio januari 2021 belandt werknemer voor een derde keer in voorlopige hechtenis. Pas zo’n tien dagen later wordt werkgever op de hoogte gesteld dat werknemer in hechtenis zit. Per brief wordt werknemer vervolgens op staande voet ontslagen.

Kantonrechter
Werkverzuim, als gevolg van een onherroepelijke strafrechtelijke veroordeling levert in beginsel (behoudens bijzondere omstandigheden) geen reden op voor ontslag op staande voet. Dat is volgens de rechter ook hier aan de orde. Het gegeven dat het in deze zaak gaat om herhaaldelijke ongeoorloofde afwezigheid, waarvoor werknemer een laatste waarschuwing heeft ontvangen, maakt volgens de kantonrechter geen verschil. Ook de feiten dat de werknemer werkgever pas veel later op de hoogte gesteld heeft van zijn hechtenis en dat werknemer zich zeer negatief uitgelaten over werkgever, maakt het nog geen dringende reden.

Wel oordeelt de rechter dat sprake is van een verstoorde arbeidsrelatie. Van de werkgever kan niet gevergd worden dat zij opnieuw pas op de plaats maakt en de strafzaak afwacht. De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst.

Belang voor de praktijk
Werkverzuim vanwege hechtenis (wegens een privé-gedraging) kan een reden voor ontslag op staande voet zijn, maar niet zonder meer. Een (privé)gedraging van een werknemer kan leiden tot ontslag (voor zover de overtreding ernstig genoeg is), indien er een link met de arbeidsrelatie is en een norm die geldt bij de werkgever is overtreden.

Deze kantonrechter maakt wederom duidelijk dat het ontslag op staande voet een ultimum remedium is. Of van een dringende reden sprake is hangt af van alle omstandigheden van het geval. Hierbij kan specifiek worden gekeken naar de aard en ernst van de aangevoerde dringende reden. Dit moet dan afgewogen worden tegen de door de werknemer aangevoerde persoonlijke omstandigheden. Rechtspraak is echter wisselend en zeer casuïstisch. Het is van belang om de situatie per geval te bekijken.

Bron
Rechtbank Rotterdam, 31 mei 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:4836.