Een werkgever kan compensatie vragen van de transitievergoeding bij beëindiging van het dienstverband met een langdurig arbeidsongeschikte werknemer. Bij een beëindiging in verband met een vervroegde IVA-uitkering vóór twee jaar ziekte, bestaat volgens de rechter geen recht op compensatie. Bij beëindiging van een slapend dienstverband, waarbij de loondoorbetalingsplicht voor 1 juli 2015 eindigde, blijven rechters verdeeld

Inleiding

Een werkgever kan onder voorwaarden bij UWV een verzoek indienen tot compensatie van een (betaalde) transitievergoeding bij beëindiging van het dienstverband van een langdurig arbeidsongeschikte werknemer. Dat kan pas na het einde van de loondoorbetalingsplicht, in beginsel is dat na twee jaar ziekte. De compensatie bedraagt maximaal het bedrag dat verschuldigd is op de dag na twee jaar ziekte. Het verzoek wordt door werkgever ingediend bij UWV.

Het komt voor dat UWV het verzoek om compensatie afwijst. Recent hebben bestuursrechters zich in een drietal zaken uitgelaten over het recht op compensatie, waarbij UWV de compensatie had afgewezen.

Beëindigingsovereenkomst bij vervroegde IVA-uitkering

In de eerste zaak ging het om een werknemer die voor een vervroegde IVA-uitkering in aanmerking kwam. De werkgever sloot om die reden een paar maanden vóór het einde van de termijn van twee jaar ziekte een beëindigingovereenkomst. Er was sprake van zodanige arbeidsongeschiktheid dat terugkeer naar het werk niet meer mogelijk was; dan komt een vervroegde IVA-uitkering in beeld komt. UWV wees de compensatie af.

De rechtbank Rotterdam oordeelt dat niet voldaan is aan het wettelijke vereiste voor compensatie dat de arbeidsovereenkomst is geëindigd na twee jaar ziekte. De rechter ziet geen aanknopingspunten om van de wet af te wijken.

Slapend dienstverband vóór 1 juli 2015

In een tweede en derde zaak betrof het een slapend dienstverband waarbij in beide gevallen werknemer al vóór 1 juli 2015 twee jaar ziek was. Door een loonsanctie van UWV liep het opzegverbod tijdens ziekte echter pas af na 1 juli 2015. UWV wees de compensatie af, met als reden dat de dag na twee jaar ziekte vóór 1 juli 2015 ligt. Op 1 juli 2015 trad immers pas de WWZ in werking waarmee de transitievergoeding werd ingevoerd.

Lagere rechters oordelen verschillend over deze situatie.

De rechtbank Rotterdam oordeelt dat het feit dat vóór 1 juli 2015 geen transitievergoeding bestond, nog niet meebrengt dat er in het geheel geen recht op compensatie bestaat. Dat volgt volgens de rechter niet expliciet uit de wettekst. Deze rechtbank vernietigt het besluit van UWV tot afwijzing van de compensatie.

De rechtbank Midden-Nederland oordeelt daarentegen dat de wettekst duidelijk is, namelijk dat er geen compensatie is als de periode van twee jaar voor 1 juli 2015 is geëindigd. Volgens deze rechter biedt de wettekst geen ruimte om het peilmoment te verplaatsen naar het moment waarop het opzegverbod tijdens ziekte is afloopt.

Belang voor de praktijk

Op basis van deze rechtspraak dienen werkgevers erop bedacht te zijn dat bij beëindigen van de arbeidsovereenkomst van werknemers die voor een vervroegde IVA-uitkering in aanmerking komen, geen recht op compensatie bestaat. Het kan raadzaam zijn om de termijn van twee jaar ziekte af te wachten alvorens tot een beëindiging te komen met een werknemer die voor een vervroegde IVA-uitkering in aanmerking komt.

Verder staat vast dat lagere rechters verdeeld zijn over het recht op compensatie indien de loondoorbetalingsplicht voor 1 juli 2015 is geëindigd. Voor werkgevers met slapende dienstverbanden is dat relevant, omdat het recht op een transitievergoeding in de praktijk regelmatig wordt gekoppeld aan het recht op compensatie (al bestaat daar ook discussie over). Het is de vraag of en hoe de rechtspraktijk zich verder ontwikkelt; een interessante ontwikkeling die wij blijven volgen.

Bij vragen ten aanzien van een (langdurig) zieke werknemer, slapend dienstverbanden of de compensatie transitievergoeding, kunnen wij u adviseren.