Werknemer heeft een geheime intieme relatie met een vrouwelijke collega. Zij ontmoeten elkaar tijdens werktijd in het archief van werkgever. Nadat de relatie strandt, zegt de vrouwelijke collega haar arbeidsovereenkomst op. Werkgever krijgt WhatsApp-communicatie in handen en verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst met werknemer. De kantonrechter oordeelt dat er geen redelijke grond is voor ontbinding. De overwegingen van de kantonrechter en enkele aandachtspunten met betrekking tot relaties op de werkvloer leest u in deze bijdrage.

Feiten
Werknemer heeft enkele maanden een geheime intieme relatie met een vrouwelijke collega. Werknemer weigert in eerste instantie om te spreken over de relatie, maar deelt later delen van de WhatsApp-communicatie tussen hen, waarna zijn collega ontslag neemt.

Werkgever verzoekt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst met werknemer te ontbinden. De kantonrechter oordeelt dat er geen redelijke grond is om de arbeidsovereenkomst te ontbinden en overweegt als volgt.

Er is geen sprake van (ernstig) verwijtbaar handelen
Over de geheime intieme relatie overweegt de rechter als volgt:

  • Er vonden stiekeme, amoureuze ontmoetingen plaats tijdens werktijd in het archief. Dit kan gekwalificeerd worden als verwijtbaar handelen, maar niet zo ernstig dat het ontbinding rechtvaardigt. Hierbij weegt onder meer mee dat de relatie is geëindigd, dat niet is gebleken dat de ontmoetingen enige invloed hebben gehad op de werkzaamheden van werknemer en dat werkgever ook met een lichtere maatregel had kunnen volstaan.
  • Uit de Whatsapp-conversatie blijkt dat werknemer vertrouwelijke informatie van zijn directe collega’s met de vrouwelijke collega besprak, maar niet dat dit door werknemer was verstrekt. Slechts de vrouwelijke collega had toegang tot de gegevens en dit kan dan ook niet aan werknemer worden toegerekend.
  • Werknemer heeft zich op WhatsApp weliswaar zeer kwetsend over een collega uitgelaten, maar omdat dit in een privégesprek was, gaat het te ver om te oordelen dat de uitlating discriminerend is en dat werknemer daardoor verwijtbaar heeft gehandeld richting werkgever.
  • Uit de WhatsApp-conversatie blijkt niet dat werknemer zijn vrouwelijke collega heeft bedreigd of gechanteerd.
  • Het gebruik van de mobiele telefoon tijdens werktijd is in strijd met het arbeidsvoorwaardenreglement van werkgever, maar kan niet als verwijtbaar handelen worden gekwalificeerd.

Er is geen sprake van een verstoorde arbeidsrelatie
De kantonrechter stelt vast dat er sprake is van een verstoring van de arbeidsrelatie vanwege de amoureuze ontmoetingen. Omdat de verstoring niet de relatie met de directe collega’s van werknemer betreft, valt niet in te zien dat de verstoring niet meer is te herstellen.

Er is ook geen andere grond voor ontbinding
De kantonrechter houdt het ervoor dat er zeker één en ander aan de hand is, maar “dat wat er gebeurd is, niet zodanig is, dat de arbeidsovereenkomst daarom moet eindigen”.

Liefde op de werkvloer: wat kan en mag de werkgever verwachten?
Uit deze uitspraak volgt dat een stiekeme amoureuze relatie op de werkvloer niet zonder meer tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst leidt. Het is van belang om eerst met de werknemer(s) in gesprek te gaan en minder vergaande maatregelen te verkennen, zoals overplaatsing.

Hoewel relaties voornamelijk privéaangelegenheden zijn, kan een werkgever zich wel mengen als privé met zakelijk gaat samenlopen. Bijvoorbeeld door duidelijk beleid op te stellen over de (on)wenselijkheid van relaties op de werkvloer en/of een meldplicht.

L&A Advocaten heeft ruime ervaring met het adviseren over personeelsbeleid, waaronder op het gebied van relaties op de werkvloer.

Bron
Rechtbank Rotterdam 13 oktober 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:9976.