Op 11 april 2016 is het in het regeerakkoord aangekondigde wetsvoorstel Wet uitbreiding personele reikwijdte WNT (WNT-3) voor internetconsultatie openbaar gemaakt.

Met de WNT-3 wordt beoogd het wettelijk toegestane bezoldigingsmaximum van toepassing te laten zijn op alle medewerkers in de (semi)publieke sector. De ratio hiervan is dat het niet maximeren van de bezoldiging van medewerkers tot ongewenste effecten in het loongebouw en op de arbeidsmarkt kan leiden. Als de wettelijke normering alleen voor topfunctionarissen geldt, wat nu het geval is, loopt de instroom van nieuw talent bij dergelijke posities terug. Door de uitbreiding van de personele werkingssfeer wordt de hierdoor dreigende stagnatie tegengegaan.

De WNT-3 voorziet niet in de mogelijkheid om lagere sectornormen voor werknemers vast te stellen. Dat is wel het geval bij topfunctionarissen. De verhoogde sectornormen, die voor topfunctionarissen binnen een bepaalde sector gelden, zullen wel van toepassing zijn op de werknemers in die sector. Op dit moment bestaan er alleen verhoogde sectornormen voor zorgverzekeraars.

Verder zal voor werknemers geen maximale uitkering wegens beëindiging van het dienstverband en geen verbod op variabele beloningen gelden. Dit geldt wel voor topfunctionarissen.

De openbaarmakingsverplichting voor bezoldigingen en ontslagvergoedingen die het wettelijk maximum overschrijden, verandert met dit wetsvoorstel niet. Wel wijzigt de openbaarmakingsplicht met betrekking tot werknemers die in het kalenderjaar korter dan een jaar werkzaam zijn. Voor hen wordt de norm naar rato herrekend. Indien deze norm overschreden wordt, dient dat openbaar te worden gemaakt.

Het wetsvoorstel is beperkt tot personen in een fictieve of echte dienstbetrekking, dat wil zeggen zij die een arbeidsovereenkomst of aanstelling hebben of op de loonlijst staan. Medisch specialisten en luchtverkeersleiders vallen buiten de reikwijdte van het wetsvoorstel.

Uitzonderingen op het bezoldigingsmaximum worden voor bepaalde functies toegestaan, indien bijzondere arbeidsmarktomstandigheden dat rechtvaardigen. Bovendien kan de vakminister of de minister van BZK besluiten tot individuele uitzonderingen.

Bestaande bezoldigingsafspraken worden vier jaar gerespecteerd en dienen vervolgens in drie jaar te worden afgebouwd naar het dan geldende wettelijke bezoldigingsmaximum.

Zodra meer bekend is over de status van het voorstel voor de WNT-3, wordt u daarover geïnformeerd via onze website.