In eerste aanleg is de Mecanoo veroordeeld tot betaling van een billijke vergoeding van € 300.445,50 bruto aan haar werknemer vanwege ernstig verwijtbaar handelen. De werkgever is daartegen in hoger beroep gegaan.

Het hof oordeelt dat van ernstige verwijtbaarheid zijdens Mecanoo geen sprake is. Daarmee is aan werknemer dus ten onrechte een billijke vergoeding toegekend. Het hof veroordeelt werknemer tot terugbetaling van de door Mecanoo betaalde billijke vergoeding. In dit blog bespreken wij de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag.

Feiten

Werknemer is sinds 1995 in dienst bij architectenbureau Mecanoo. Naast technische aspecten (zoals het ontwerpen van projecten) kent haar functie van architect ook organisatorische, commerciële en coördinerende aspecten (zoals managementkwaliteiten).

In juni 2017 en april 2018 vinden er functioneringsgesprekken plaats. Mecanoo geeft aan dat werknemer voldoet aan het verwachte niveau, maar wel worden haar enkele “tips” gegeven.

Op 3 april, 23 april en 1 juli 2019 vinden er wederom gesprekken plaats. Mecanoo laat weten dat werknemer onzichtbaar is in de organisatie en dat collega’s niet meer met haar willen samenwerken. Daarbij is werknemer te duur en heeft zij te weinig toegevoegde waarde voor het bedrijf. Voorts ontbreken ontwerpkwaliteiten en verlopen projecten vaak chaotisch en verliesgevend.

Werknemer bestrijdt (schriftelijk) Mecanoo’s oordeel over haar functioneren.

Op 5 augustus 2019 stuurt Mecanoo een brief aan werknemer waarin zij haar nogmaals wijst op de functie-eisen. Het (dis)functioneren wordt uitvoerig toegelicht.

Op 7 augustus 2019 spreken Mecanoo en werknemer wederom over het functioneren. Ook wordt werknemer een verbeterplan overhandigd.

Eind augustus 2019 meldt werknemer zich ziek. De bedrijfsarts oordeelt dat zij volledig arbeidsgeschikt is. Daarna heeft een interventietraject bij bedrijfsmaatschappelijk werk plaatsgevonden. Begin 2020 zijn er twee (parallelle) mediationtrajecten gestart tussen partijen. Dit alles heeft niet tot een oplossing geleid.

Kantonrechter: ernstig verwijtbaar handelen zijdens Mecanoo

De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst wegens een verstoorde arbeidsverhouding (g-grond) en oordeelt dat Mecanoo ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door de werknemer in de functioneringsgesprekken te verwijten dat zij disfunctioneert, maar dat op geen enkele wijze concreet toe te lichten. Mecanoo wordt daarnaast veroordeeld tot betaling van o.a. een transitievergoeding (€ 47.374,50 bruto) en een billijke vergoeding (€ 300.445,50 bruto).

Hof: werknemer moet billijke vergoeding terugbetalen

Mecanoo gaat in hoger beroep en bestrijdt het oordeel dat zij ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.

Het hof overweegt dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst niet onbegrijpelijk is. Het hof deelt echter niet het oordeel van de kantonrechter  dat de verstoorde arbeidsverhouding geheel is veroorzaakt door Mecanoo.

Het hof is van oordeel dat Mecanoo verschillende keren voldoende concrete feiten en omstandigheden heeft genoemd waaruit volgt dat werknemer niet voldeed aan de eisen die Mecanoo redelijkerwijs aan haar stelde, mede gelet op de functieomschrijving, ruime ervaring en de senioriteit van werknemer. Dat werknemer ook een positieve bijdrage heeft geleverd aan (het succes van) Mecanoo, doet hier niet aan af.

Het hof ziet niet dat Mecanoo met het aansturen op een verbetertraject (enkel) tot doel had om een onwerkbare situatie met werknemer te creëren. Het hof constateert dat de verstoring op zijn minst ook is gelegen in de defensieve houding van werknemer en het onvermogen te reflecteren op de feedback. De verharding tussen partijen c.q. verstoorde arbeidsverhouding is door de onverzoenlijke houding van werknemer voor een deel aan haarzelf te wijten.

Opmerking verdient volgens het hof verder dat Mecanoo, na de ziekmelding en het inschakelen van het bedrijfsmaatschappelijk werk, uitvoerig heeft overlegd over het vlottrekken van de situatie. Werknemer heeft toen aangegeven dat zij het verder met een jurist wilde afhandelen en haar goedkeuring aan Mecanoo gegeven haar een beëindigingsovereenkomst aan te bieden. Ook is er nog tweemaal gepoogd om door middel van mediation tot een oplossing te komen.

Mecanoo heeft zich voldoende ingespannen om de verstoorde arbeidsverhouding te herstellen. Dit brengt mee dat van ernstige verwijtbaarheid zijdens Mecanoo geen sprake is. Daarmee is aan werknemer dus ten onrechte een billijke vergoeding toegekend. Het hof veroordeelt werknemer tot terugbetaling van de door Mecanoo betaalde billijke vergoeding van € 300.445,50 bruto.

Ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever

Uit de wetsgeschiedenis volgt dat voor het aannemen van ernstig verwijtbaar handelen van een werkgever, op grond waarvan de werknemer aanspraak kan maken op een billijke vergoeding, een hoge drempel geldt. Het gaat om uitzonderijke gevallen, zoals wanneer een werkgever grovelijk de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst niet nakomt en als gevolg daarvan een verstoorde arbeidsverhouding ontstaat. Bijvoorbeeld de situatie waarin de werkgever een valse ontslaggrond aanvoert met als enig doel een onwerkbare situatie te creëren en ontslag langs die weg te realiseren.[1] In dergelijke gevallen is het evident dat de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld of nagelaten.

Van zo een evidente situatie was in de onderhavige uitspraak volgens het hof geen sprake waardoor er ook geen plaats was voor een billijke vergoeding voor de werknemer.

Heeft u vragen over de billijke vergoeding (bij ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever) of over een ander arbeidsrechtelijk onderwerp? Neemt u dan contact op met L&A Advocaten.

 

[1] Kamerstukken II, 2013/14, 33818, nr. 3, p. 34.

Bron
Gerechtshof Den Haag 16 maart 2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:561.