Een werknemer handelt verwijtbaar door een PCR-test te weigeren. De werkgever mag die test in bepaalde situaties van een werknemer verlangen omdat het een legitiem doel heeft en een geschikt en proportioneel middel is om een veilige (werk)omgeving te kunnen bieden. Dit weegt in dit geval zwaarder dan het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en lichamelijke integriteit. Aangezien van ernstige verwijtbaarheid geen sprake is, heeft de werknemer echter wel recht op een transitievergoeding.

Werknemer weigert PCR-test

Werkgever (een naschoolse opvang) verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een werknemer die weigert om zich te laten testen op het coronavirus met een PCR-test. Werknemer  verkiest om haar moverende redenen thuisquarantaine boven een PCR-test. Dientengevolge zit werknemer binnen het tijdbestek van een maand tweemaal 10 dagen in thuisquarantaine met alle nadelige effecten voor collega’s en klanten van de opvang. Er moest vervanging worden geregeld en de ouders van de kinderen moesten worden geïnformeerd dat sprake is van een ‘mogelijke’ coronabesmetting bij de werkgever.

Na twee officiële waarschuwingen is de maat voor de werkgever vol en verzoekt zij ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Volgens de werkgever handelt de werknemer ernstig verwijtbaar door stelselmatig te weigeren om te voldoen aan de instructie van werkgever om een PCR-test te doen.  Werknemer beroept zich op haar (grond)rechten: het recht  op lichamelijke integriteit en eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer.

Gerechtvaardigd belang bij instructie om PCR-test te (laten) doen

Werkgever voert aan dat zij met haar instructie aan werknemer om een PCR-test te laten doen, zorgdraagt voor een veilige werkomgeving door verspreiding van het virus te verminderen. Dit is volgens de rechter een legitiem doel. De rechter oordeelt bovendien dat de PCR-test een geschikt middel is om dat doel te bereiken. De PCR-test wordt op dit moment wereldwijd beschouwd als de meest betrouwbare test om de aanwezigheid van (deeltjes van) het coronavirus aan te tonen is geen minder verstrekkend middel om hetzelfde doel te bereiken. Van de werkgever kan niet worden verlangd dat zij toestaat om werknemer in thuisquarantaine te laten gaan in plaats van te (laten) testen, met het oog op (onder meer) bedrijfseconomische en rooster technische redenen.

Ontbinding arbeidsovereenkomst

Onderaan de streep weegt de instructie van werkgever in het belang van een veilige werkomgeving zwaarder dan het bezwaar van  werknemer tegen het moeten ondergaan van een PCR-test. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden. Vanwege het ontbreken van ernstige verwijtbaarheid heeft werkneemster wel recht op een transitievergoeding.

Op werkgevers rust de wettelijke plicht zorg te dragen voor een veilige werkomgeving. Het versoepelen van het thuiswerkadvies brengt mee dat werkgevers moeten beoordelen in hoeverre, met welke (voorzorgs-)maatregelen, het verantwoord is om werknemers in grote getalen weer fysiek op locatie aan het werk te laten gaan. Het verlangen dat werknemers zich bij klachten testen door middel van een zelftest of PCR-test kan een redelijke instructie zijn. In het geval werknemers geen gehoor wensen te geven aan een dergelijke instructie, biedt rechtspraak houvast om actie te ondernemen.

Wij adviseren o.a. over corona-gerelateerde vraagstukken, neem bij vragen gerust contact met ons op.

 

Bron
Rechtbank Amsterdam10 februari 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:418