Uit een enquête onder de leden van de AWVN blijkt dat 95% van de werkgevers ervan uitgaat dat thuiswerken de norm blijft, ook na de corona-crisis. Het overgrote deel van de werkgevers vindt dat de huidige vergoedingsregelingen niet meer passend zijn voor de huidige en toekomstige situatie. Wat betekenen de (mogelijke) wijzigingen voor u als werkgever op dit gebied?

De boodschap van Mark Rutte is vanaf maart 2020 elke persconferentie dezelfde: werk thuis, tenzij het niet anders kan. Van een kortstondige tijdelijke maatregel is inmiddels geen sprake meer. Ook na de coronacrisis zal thuiswerken de norm blijven.

Hoewel werkgevers en werknemers nu nog uit de voeten kunnen met tijdelijke regelingen of mondelinge afspraken over thuiswerken zijn naast de overheid ook steeds meer werkgevers van mening dat de huidige vergoedingsregelingen niet meer passend zijn voor de nieuwe en toekomstige situatie. Uit de ledenenquête van de werkgeversvereniging AWVN blijkt dat drie op de vier werkgevers overweegt om de huidige woon-werkverkeer- en thuiswerkvergoeding aan te passen.

Woon-werkverkeer en vaste kostenvergoeding in 2020

Voor het jaar 2020 is bij het Besluit noodmaatregelen coronacrisis bepaald dat werkgevers voor de woon-werkverkeervergoeding de thuiswerkdagen als reisdagen mogen blijven beschouwen. Hierdoor is het mogelijk dat werkgevers de reiskosten onbelast blijven doorbetalen. Daarnaast mogen werkgevers wat betreft de vaste kostenvergoeding blijven uitgaan van de feiten en omstandigheden waarop de vergoeding gebaseerd is.

Woon-werkverkeer en vaste kostenvergoeding in 2021

In de actualisatie van het Besluit noodmaatregelen coronacrisis is bepaald dat voorgaande uitzonderingen enkel voor 2020 gelden en per 1 januari 2021 komen te vervallen. Dit betekent dat werkgevers vanaf aankomend jaar het reispatroon van hun werknemers moeten kunnen aantonen en dienen te toetsen aan de 36 weken of 128 dagen-eis. Alleen indien de werknemer 36 weken per jaar of 128 dagen per jaar naar een vaste werkplek reist, mag een vaste reiskostenvergoeding worden betaald. Ook is het voor werkgevers niet meer mogelijk om over de thuiswerkdagen vergoedingen uit te keren voor de zogenoemde kleine kosten.

Alternatief vanuit AWVN: ‘Waarjewerkt-budget’

 Met het oog op het bovenstaande is door de AWVN geopperd om een zogenoemd ‘waarjewerkt-budget’ te creëren. Dit budget dient ter modernisering van de huidige woon-werkverkeer- en/of thuiswerkregelingen die werkgevers nu hanteren. Per werknemer wordt een vergoeding toegekend, gebaseerd op het aantal dagen dat de werknemer naar de werkplek reist, de kilometers die daarbij afgelegd worden en de dagen dat er thuis gewerkt wordt. Ook kan de vergoeding ingezet worden voor werken op een locatie dichtbij huis indien thuiswerken niet of slecht mogelijk is. Het waarjewerkt-budget dient de vergoedingen inzake woon-werkverkeer en de thuiswerkvergoeding in zijn geheel te vervangen. De AWVN roept werkgevers en vakbonden op om deze regeling op korte termijn meer inhoud en vorm te geven.

Voor u als werkgever betekenen bovenstaande wijzigingen dat u de onbelaste kostenvergoedingen per 2021 dient aan te passen aan de nieuwe feiten, omstandigheden en regelgeving. Het is dus van belang om de regelingen opnieuw te bezien en te beoordelen of de onderbouwing nog volstaat. Uiteraard kunt u zich voor vragen hieromtrent altijd tot ons richten.