Op 12 oktober jl. heeft de Eerste Kamer ingestemd met de wet betaald ouderschapsverlof. Dit voorstel regelt dat ouders 9 van de 26 weken ouderschapsverlof gedeeltelijk doorbetaald krijgen. De wet zal op 2 augustus 2022 in werking treden.

De wet betaald ouderschapsverlof (‘Wbo’) regelt dat ouders deels betaald ouderschapsverlof mogen opnemen bij de geboorte van hun kind. Daarmee krijgen ouders meer tijd om te wennen aan de nieuwe gezinssituatie en de verdeling van werk en zorgtaken. Ook hoopt de politiek dat deze wetswijziging leidt tot meer gelijkheid tussen mannen en vrouwen en een beter evenwicht tussen werk en privé. In een eerder blog beschreven wij uitgebreid de achtergrond van de wetswijziging en hoe de huidige ouderschapsverlofregeling zich verhoudt ten opzichte van de Wbo.

Nu heeft iedere ouder 26 weken onbetaald ouderschapsverlof in de eerste 8 levensjaren van het kind. Met de Wbo worden beide ouders in het eerste levensjaar van het kind voor 9 van deze weken gedeeltelijk doorbetaald. Deze doorbetaling bedraagt 50% van het dagloon (tot 50% van het maximum dagloon). Werkgevers kunnen een aanvraag indienen bij het UWV voor de uitkering voor de werknemers die gedeeltelijk betaald ouderschapsverlof opnemen.

De weken betaald ouderschapsverlof komen bovenop de 16 weken zwangerschaps- en bevallingsverlof voor de moeder en de 6 weken geboorteverlof voor de partner. De Wbo zal op 2 augustus 2022 inwerking treden en geldt ook voor sommige ouders die vóór de invoering van de wet een kind krijgen. Het kind moet op het moment van inwerkingtreding jonger zijn dan 1 jaar, de ouder(s) moeten werknemer zijn en het volledige recht op ouderschapsverlof mag nog niet zijn opgenomen. Tot slot geldt de Wbo ook voor adoptie- of pleegouderschap. Dit geldt alleen voor het eerste jaar na de dag van de feitelijke adoptie of plaatsing.